10 x do's & don'ts voor efficiënt wassen

Ken je dat: je witte kleedje is helemaal verkleurd omdat je dacht dat je die kleurrijke festivaloutfit ook wel in diezelfde wastrommel kon gooien? Of overvalt je telkens een klein angstgevoel wanneer je een nieuw kledingstuk uit de wasmachine moet halen na de allereerste wasbeurt? Overkomt dit jou van tijd tot tijd weleens? Geen reden om je te schamen, wél tijd om enkele basisregels van het wassen op te frissen.

10 x DO’S

1. Logisch, maar van essentieel belang: kies het juiste wasmiddel. Dat wil zeggen: voor wit wasgoed en wasgoed in pastelkleuren gebruik je een vloeibaar wasmiddel met optische witmiddelen en krachtige enzymen in de formule, White Vloeibaar Wasmiddel.

Gekleurde was vraagt om een product met kleurvanger en kleurfixator zoals Color Vloeibaar Wasmiddel.

En donker en zwart wasgoed vereist een extra krachtige kleurhechter zodat het zwart nog langer zwart blijft en ook andere donkere tinten niet grauw of dof worden. Hiervoor kan je bijvoorbeeld Black Vloeibaar wasmiddel gebruiken.

Fijn wasgoed zoals wol, zijde, lingerie en ander fijn textiel was je het best met Delicate Vloeibaar Wasmiddel dat de fijne textuur van je was niet schaadt en op een uiterst milde wijze reinigt, maar vlekken tegelijk op een krachtige manier verwijdert.

2. Was je kleren binnenstebuiten, zeker bij kledij met een bedrukking op of zwart textiel. Op die manier voorkom je slijtage van je wasgoed.

5. Hang je kledij meteen na het wassen op: zo heb je minder kreuken en hoef je nadien geen strijkmarathon meer te houden. Laat je je was té lang in de wasmachine zitten – een hele dag of nacht bv. – dan vieren bacteriën hoogtij, met een vies geurtje of zelfs schimmels tot gevolg. Vermijden dus!

8. Ook je wasmachine dient af en toe gereinigd te worden opdat ze goed zou blijven werken en het toestel niet beschadigd raakt. Doe een beetje (wittewijn)azijn of soda in de machine en stel een wasprogramma naar keuze in (zonder kledij). Zo spoel je alles goed door en blijven vieze geurtjes en zeepresten niet hangen.

Nog effectiever: een wasbeurt (opnieuw zonder wasgoed!) op 95° C met Mylènes Waspoeder White. Dit uiterst geconcentreerd waspoeder bevat een zuurstofhoudend bleeksysteem dat meteen ook achtergebleven vuilresten en vieze geurtjes uit je machine bant. Probeer je wasmachine zeker elk halfjaar te reinigen voor een langere levensduur.

9. Ruikt je loopshirtje of zwemkledij na het wassen nog steeds niet bijzonder fris? Een wasmiddel speciaal voor sportkledij zoals Mylènes Fresh Up Sport doet wonderen: dankzij de Malodeur Neutralizer en de Neutrascent Technology in de formule voelen én ruiken zowel licht bevuilde als sterk bezwete (sport- en zwem)kleding weer als nieuw na een wasbeurt.

10. Waterafstotend textiel, zoals skikledij, regenjassen en sommige tafellakens, kan zijn waterafstotende functie na een wasbeurt beginnen te verliezen. Best behandel je dit textiel na het wassen nog eens na met een speciaal impregneermiddel (Coating Wash) dat deze beschermlaag herstelt en optimaal en langdurig behoudt.

10 x DON'TS

1. Prop niet al je vuile was in één enkele wasmand, zodat je voor elke wasbeurt alles op de grond moet sorteren om een goed overzicht te krijgen. Maak het jezelf gemakkelijk en sorteer je wasgoed in verschillende wasmanden. Kies bijvoorbeeld voor elke temperatuur en/of kleur een andere mand; zo schat jij in een oogwenk in welk hoopje vuile was in de machine kan!

2. Verwijder nooit een wasetiket uit je kledingstukken. Zeker bij nieuwe kledij is het belangrijk om altijd het etiket te checken. Zo voorkom je alvast dat je kleding te warm gewassen wordt, krimpt en bijgevolg niet te dragen valt.

5. Laat niets wat je kledij kan beschadigen tijdens een wasbeurt in de zakken van je trui of broek zitten en stop kleding met losse of scherpe onderdelen altijd in een waszak, net zoals je bh’s met beugels.

8. Prop je wasmachine niet té vol. Als je de wastrommel overlaadt, kan de was niet optimaal ronddraaien; het aantal toeren per wasbeurt vermindert, waardoor je was niet helemaal schoon raakt. Bovendien kan het dat je waspoeder niet volledig oplost, en jij bijgevolg vlekken op je kledij krijgt. De algemene regel: er zou altijd nog een vuist in de machine moeten kunnen passen.

9. Een wollen trui gewassen? Hang deze niet zomaar aan een kapstok op, maar leg hem neer om te drogen: anders rekt hij uit.

10. We doen het al te vaak: handdoeken samen met ondergoed en/of kousen in de droogkast stoppen. Dat is echter geen goed idee; handdoeken zijn vervaardigd uit dikkere, zwaardere stoffen, terwijl kousen en ondergoed gemaakt worden van lichter materiaal. Combineer je beiden in je droogkast, dan zal je was niet gelijkmatig drogen.

Zo, hopelijk ben je dankzij deze 10 do’s en don’ts al wat beter opgewassen tegen die grote berg vuile kleren. Natuurlijk bestaan er nog heel wat meer tips die je helpen om je was professioneel de baas te kunnen. In dit artikel begeleiden we je stap voor stap naar een perfect schone was en herhalen we ok nog eens de meest gebruikte wassymbolen. Letterlijke een goede opfrisser!

Nog meer weten over de fijne kneepjes van het wassen? Onze Home-consulenten vertellen je er alles over tijdens een Mylène-homeparty!